Schrijven met je zintuigenNeem je lezer mee in je verhaal

Schrijf je een boek, een verhaal of een blog? Dan wil je je ideale lezer meenemen in je verhaal en zorgen dat ze jouw boodschap echt voelen. Alleen hoe doe je dat? Gebruik je zintuigen!

Luister, ruik, kijk, voel en proef

Gebruik jij je zintuigen bij het schrijven? Vaak heb je een favoriete zintuig. Als je daar mee speelt, krijg je een veel betere tekst. Gebruik ook de sfeer van je omgeving. Waar ga jij schrijven vandaag? In je werkkamer, aan de keukentafel, in de tuin, een café of ergens in de natuur? Gebruik die plek voor een van de onderstaande oefeningen.

Ga zitten, nu, waar je nu ook bent, en zet al je zintuigen open. Zuig alle indrukken op, van nu, of van vroeger en ga schrijven.

Tips

  1. Kies 5 dagen lang elke dag een ander zintuig.
    1. Luister aandachtig. Wat zingen de vogels voor jou? Welke klank heeft de stem van je buurvrouw? Probeer steeds verder te luisteren. Eerst hoor je vooral de vogels, dan de auto’s in de verte en dan?
    2. Kijk om je heen alsof je alles voor de eerste keer ziet. Wat vertellen kleuren jou?
    3. Ga eens echt proeven. Pak iets eetbaars. Bijt er voorzichtig in. Wat proef je? Waar doet het je aan denken? Neem kleine hapjes. Welke smaken proef je? Laat het even op je tong liggen. Geniet ervan, of niet natuurlijk. Wat doet de smaak met jou?
    4. Zet ook geur in. Wat ruik je nu? Ruik aan een bloem, het fruit in de fruitschaal, ga de tuin in of naar het strand. Schenk iets te drinken in. Hoe ruikt het? In de natuur zijn ook heel veel geuren. Beschrijf eens een geur of een herinnering die daarbij hoort.
    5. Voel. Wrijf met je vingertoppen over elkaar. Knuffel je kind of partner. Aai een dier. Ga naar buiten de natuur in en trek je schoenen uit. Voel het sterretjesmos, het schelpenpaadje, het gras of de beukennootjes onder je voeten. Wat doet het met jou?
  2. Kies de komende dagen elke dag een andere plek om te schrijven. Ga eens naar het strand, het bos, een haven, een stad. Welke indrukken komen daar via je zintuigen binnen?
  3. Ga vandaag eens met je ideale lezer op pad. Wat ziet, ruikt, hoort, proeft en voelt hij of zij? Gebruik dit in je blog, boek of verhaal. Zo schrijf je echt voor je ideale lezer.
  4. Lees je teksten door. Welk zintuig is bij jou favoriet? Herschrijf nu een alinea, maar gebruik een ander zintuig.
  5. Kies een herinnering, bijvoorbeeld uit je jeugd. Omschrijf nu zo volledig mogelijk: Wat je zag, hoorde, proefde, rook en voelde.

Je hebt je zintuigen niet voor niets. Zet ze in bij het schrijven van je boek, verhaal of blogs. Zo neem je de lezer echt mee in je verhaal.


Wil je zelf aan de slag?

Wil je aan de slag met schrijfoefeningen en je zintuigen? Kom naar een Schrijfinspiratiedag

En reserveer mijn boek: ‘Ik heb altijd schrijfinspiratie‘ voor meer oefeningen en inspiratie.